Geboren te Groningen 31 januari 1869, arts en psychiater, overleden aldaar 28 november 1941.
De naam Mesdag leeft in Groningen ondere andere voort door de Synco van Mesdag-kliniek. Synco was als arts aan deze voormalige strafgevangenis verbonden. Naast zijn medische werk verrichte Synco veel wetenschappelijk onderzoek op het raakvlak van de psychiatrie en het strafrecht. In 1932 kreeg hij hiervoor een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Drie jaar later werd hij privaat-docent voor het onderwijs in de criminele biologie en de psychologie bij de Universiteit van Groningen. Hij geldt als een belangijke hervormer van het Nederlandse strafwezen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Groningse gevangenis omgevormd tot een TBS-instelling die vernoemd werd naar Synco van Mesdag. Ook op andere wijze werd hij geëerd. De gemeente Groningen huldigde hem in 1935 voor zijn werk als schoolarts en in 1941 ontving hij de bronzen erepenning van de stad voor zijn bestuurswerkzaamheden op maatschappelijk gebied. Daarnaast werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was een bescheiden man die de huldigingen schoorvoetend onderging. Met het eredoctoraat was hij daarentegen zeer ingenomen. Synco stond bekend om zijn "tintelende ogen en warme handdruk" en werd gewaardeerd als een vriendelijk en integer mens. Synco was mede-oprichter van de Stichting Mesdagfonds waarvan hij tot aan 1935 secretaris was en vervolgens voorzitter tot aan zijn overlijden.